Klaasje Bajema

Vrouwelijk 1880 -


Generaties:      Standaard    |    Verticaal    |    Compact    |    Box    |    Alleen tekst    |    (Uitgebreide)kwartierstaat    |    Voorouderwaaier    |    Media    |    PDF

Generatie: 1

  1. 1.  Klaasje Bajema is geboren op 17 okt 1880 in Utrecht (dochter van Ds Jacob Bajema en Jantje Bajema).

Generatie: 2

  1. 2.  Ds Jacob BajemaDs Jacob Bajema is geboren op 28 jun 1844 in Warns (zoon van Jan Jacobs Bajema en Bauk Ruurds Visser); is gestorven op 11 jan 1927 in Laren.

    Andere gebeurtenissen:

    • Beroep: 1886-1887, Zuidland; Predikant. Jacobus Jans Bajema werd geboren op 26 juni 1844 in Warns, Friesland, en overleed op 11 januari 1927 in Laren aan griep. Hij is de zoon van Jacob Jans Bajema en Bauk Ruuds Visser. Hij trouwde met Jantje (Annes) Bajema op 24 oktober 1879 in Koudum. Zijn vrouw werd geboren op 8 oktober 1856 in Warns en was de dochter van Anne Roelofs Bajema en Klaaske Jacobs Hollander. Zij overleed op 22 januari 1930, net als haar man in Laren. Hun kinderen waren Klaaske (geboren op 17 oktober 1880), Boukje (geboren op 14 augustus 1883 in Utrecht en overleden op 21 juni 1886 in Zuidland) en Antje (geboren op 2 juni 1886 in Zuidland en overleden op 23 januari 1962). Ds. Bajema kwam, nadat er op 14 predikanten een beroep was uitgebracht, op 16 mei 1886 naar Zuidland vanuit Ermelo, waar hij op 3 februari 1884 was begonnen als predikant. In 1887 leidde hij hier de plaatselijke afscheiding in en bleef tot 30 september 1888 aan de nieuw opgerichte Gereformeerde Kerk van Zuidland verbonden. Na zijn periode in Zuidland werd Bajema predikant in Sneek. Daar werd hij ernstig ziek, zo ziek dat hij emeritaat aanvroeg en kreeg. Na vijf jaar, in 1896, was hij echter weer voldoende hersteld en werd hij predikant in Randwijk en Heteren. In 1899 ging hij aan de slag in Epe en in 1905 werd hij predikant in Oostzaan. Op 16 mei 1915 ging hij definitief met emeritaat. Ds. Bajema werd in Zuidland bevestigd door Ds. Vlug uit Barendrecht met de tekst uit Handelingen 10:6b: “Deze zal u zeggen wat gij doen moet”. De intredetekst van de predikant was 1 Tess. 5:25: “Broeders bidt voor ons”. Hij was geen vlot redenaar, maar zijn taak als predikant nam hij serieus. Met zijn vrome levenswandel en vriendelijkheid won hij de harten van de mensen. Hij zag er niet tegenop om twee uur te lopen naar een zieke die op haar sterfbed lag om haar te troosten met de rijkdom van het evangelie, zelfs als zij geen lid van de kerkelijke gemeente was. Ds. Bajema deed hetzelfde als indertijd ds. Versprille als hij naar de kerk ging. Hij wekte de leden van de gemeente, die op de hoeken van de straten hun tijd stonden te verdoen met allerlei gepraat, op om met hem mee te gaan naar de prediking van het Woord van God. Soms wenkte hij met de hoed om te komen en niemand weigerde dat. Bajema had een groot aandeel in de totstandkoming van de Christelijke school in Zuidland. Een nog belangrijkere erfenis voor het dorp was dat hij de gemeente naar een afscheiding leidde, door op 14 februari 1887 de Reglementen van het Synodale bestuur uit 1816 te verwerpen en weer de kerkordening van 1618/1619 te gaan volgen. Hij deed dit met instemming van velen in de kerkenraad, de kerkmeesters, de notabelen, het kiescollege en velen uit de kerkelijke gemeenschap. Doordat er verschil van mening ontstond van wie het kerkgebouw en de bezittingen van de kerk waren, wilden beide groepen (de ‘dolerenden’ of gereformeerden, en de ‘achterblijvende’ hervormden) zich het kerkgebouw en de bezittingen toe-eigenen. Ds. Bajema dacht ‘wie het eerst komt die het eerst maalt’, zo blijkt uit het volgende stukje in dagblad “Nieuws van de dag”, van 1 maart 1887: “Te Zuidland, zoo bericht men ons van daar, geschiedde de afscheiding van de Synode met zeldzame eenstemmigheid, 't Optreden der ringpredikanten wordt er stelselmatig belet, doordien Ds. Bajema reeds een half uur vóór 't begin der godsdienstoefening op den kansel staat. Zoodra dan de vreemde predikant verschijnt, wordt psalmgezang aangeheven om aan te duiden, dat men reeds begonnen is. Ds. Bajema gaat dan ongestoord zijn gang”. Een gerechtelijke uitspraak moest eraan te pas komen om het kerkgebouw en de bezittingen aan de hervormden toe te wijzen. De dolerenden moesten op 18 december 1888 alles teruggeven. De marechaussee was al vanaf 29 maart 1888 in Zuidland aanwezig om de partijen uit elkaar te houden en was hierna extra alert op rellen. Op 26 december 1888 werd zelfs de staat van beleg afgekondigd voor Zuidland, nadat er ernstige rellen waren uitgebroken tussen jongeren en de marechaussee. De verstandhouding tussen de hervormden en dolerenden was tot een dieptepunt gedaald. Naderhand bleek dat de rellen weinig met de hervormde en gereformeerde twisten te maken hadden, maar meer met baldadigheid van de jeugd en drank. De ledentallen van hervormden en gereformeerden verhielden zich toen als 1: 3. En hoewel de rellen van 1888 uiteindelijk weinig met geloofstwisten te maken hadden maar meer met de verdeling van de kerkelijke gelden en bezittingen, waren de verhoudingen in het dorp voor zeer lange tijd ernstig vertroebeld. Het is in dit overzicht van de predikanten niet reëel om alles op een rijtje te zetten. Een overzicht van de gebeurtenissen rondom de Doleantie in Zuidland is na te lezen in de notulen van de diverse vergaderingen van de kerkenraden van de Hervormde en Gereformeerde kerk. In het boekje “Zuidland, dorp uit het niet”, geschreven door S. de Hoog, staat ook het een en ander over de Doleantie beschreven, net als in het boekje “100 jaar Gereformeerde Kerk van Zuidland”, geschreven door P. Buis. Verder staat veel informatie in de boekjes “Aantekeningen van allerlei aard 1889” en “Kerkelijke kroniek der gemeente”, beide geschreven door Johannes de Graaff en verkrijgbaar bij de Historische Vereniging Zuytlant. Wel moet gezegd worden dat De Graaff vrij radicaal (of gekleurd) was in zijn opvattingen over de hervormden. Ds. Bajema gaf in al zijn volgende kerkgemeenten een aanzet tot reformatie of bouwde hierop verder. Onderstaande beroepen werden uitgebracht: In augustus 1889 ds. W. Oudegeest uit Vlijmen. In oktober 1889 ds. J.L. Fortuyn Drooglever uit Neede. En in februari 1890 ds. J.W. de Vries uit Geervliet die het aanneemt

    Jacob getrouwd Jantje Bajema op 24 okt 1879 in Hemelumer Oldeferd. Jantje (dochter van Anne Roelofs Bajema en Klaaske Jacobs Hollander) is geboren op 8 okt 1856 in Warns; is gestorven op 22 jan 1930 in Laren. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 3.  Jantje Bajema is geboren op 8 okt 1856 in Warns (dochter van Anne Roelofs Bajema en Klaaske Jacobs Hollander); is gestorven op 22 jan 1930 in Laren.
    Kinderen:
    1. 1. Klaasje Bajema is geboren op 17 okt 1880 in Utrecht.
    2. Boukje Bajema is geboren op 14 aug 1883 in Utrecht; is gestorven op 21 jun 1886 in Zuidland.
    3. Antje Bajema is geboren op 2 jun 1886 in Zuidland; is gestorven op 23 jan 1962 in Ermelo.


Generatie: 3

  1. 4.  Jan Jacobs Bajema is geboren op 27 apr 1816 in Mirns en Bakhuizen; is gestorven op 9 mrt 1880 in Sneek.

    Jan getrouwd Bauk Ruurds Visser op 11 nov 1842 in Hemelum. Bauk is gedoopt op 11 aug 1810 in Hemelum; is gestorven op 6 dec 1875 in Baarderadeel. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 5.  Bauk Ruurds Visser is gedoopt op 11 aug 1810 in Hemelum; is gestorven op 6 dec 1875 in Baarderadeel.
    Kinderen:
    1. 2. Ds Jacob Bajema is geboren op 28 jun 1844 in Warns; is gestorven op 11 jan 1927 in Laren.

  3. 6.  Anne Roelofs Bajema is geboren op 11 nov 1831 in Molkwerum.

    Anne getrouwd Klaaske Jacobs Hollander op 11 mei 1854 in Hemelum. Klaaske is geboren op 2 feb 1830 in Molkwerum; is gestorven op 23 apr 1898 in Molkwerum. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  4. 7.  Klaaske Jacobs Hollander is geboren op 2 feb 1830 in Molkwerum; is gestorven op 23 apr 1898 in Molkwerum.
    Kinderen:
    1. 3. Jantje Bajema is geboren op 8 okt 1856 in Warns; is gestorven op 22 jan 1930 in Laren.