• Persoon
• Voorouders
• Nakomelingen
• Verwantschap
• Tijdlijn
• Gezin
• GEDCOM
• Suggestie

Jan Hoogstad in de rechtbank voor doodslaan eenden te Hekelingen (1891)

Arrondissementsrechtbank te Rotterdam . Zitting van 15 September .
J . H ., arbeider , geboren te Zuidland , woonachtig te Hekelingen , staat terecht , als hebbende op 25 Juni 6 jonge eenden van P . Bakker , te Hekelingen , doodgeslagen en medegenomen .
Aan den bekl . wordt gevraagd , of hij zich aan dat feit had schuldig gemaakt .
Beklaagde betuigt den heeren rechters , dat hij deze dieren heeft doodgeslagen , omdat hij in de vaste meening verkeerde , dat het wilde eenden waren . Hij heeft ze toen in een doek geknoopt en bij zijn baas , L . Schipper , gebracht en daar gelaten . Hij had van dezen geen cent voor zijn presentje willen hebben .
President . „ Hoe zagen die eenden er uit ?"
Bekl . „ Die eenden hebben meer kennis aan mij dan ik aan hen ."
President . „ Dat is maar gekheid , ge hebt heel goed gezien , dat die eenden gele pooten hadden . Waar zwommen zij ?"
Bekl „ In den Nieuwen Uitslag ". President . „ Die eenden zwommen in de nabijheid van de woning van Bakker en ge wist heel goed , dat ze u niet toebehoorden ."
Bekl . „ Als ik geweten had , dat het tamme eenden waren geweest , dan had ik het niet gedaan ."
President . „ In allen gevalle wist gij , dat die eenden u niet toebehoorden ."
Bekl . „ Ja , dat is waar , maar ik was in de vaste overtuiging , dat het wilde eenden waren ."
President . „ Gij moogt wilde eenden ook niet doodslaan ."
Bekl . Beroept zich op ( zoo als hij het uitdrukt ) zijn onkennis.
P . Bakker , landbouwer te Hekelingen , als get . optredende , verklaart , aan den Nieuwen Uitslag te Putten , te wonen en getuigt , dat hij op datum voornoemd jonge eenden had . Hij had die eenden ' s morgens nog gezien eu miste ze , toen hij van zijn werk terugkwam .
President . „ Welke kleur hadden die eenden ?" Get . „ Grauw ."
President . „ Verraistet gij geen zes stuks jonge eendjes ?"
Get . „ Neen , ik ben er vijftien kwijt geraakt ." President . „ Waaraan kan men herkennen , dat men met tamme eenden te doen heeft ?"
Get . „ Dat de pootjes aan den gelen kant zijn ."
President . „ Herkent gij die veeren ?" ( Voor de balie ligt een zakje mot veeren .) Get . „ Het is de eigenste soort ." De bekl . herkent de veeren niet . De president voegt hem toe , dat hij die eenden slecht bekeken heeft .
Bekl . „ De eenden hebben meer kennis aan mij , dan ik aan hen ."
President. „Maar je hadt toch kennis genoeg om ze dood te slaan ."
L . Schipper , bouwman te Hekelingen , treedt nu als get . op . Get . herinnert zich nu , dat bekl . in dienstbetrekking tot hem staat , en doelt dit den president mede .
Get . verklaart verder , dat bekl . op datum voor - noemd , met 5 of 6 eenden bij hem is gekomen en dat hij heeft gezegd : „ baas , wil je die hebben ?" De pooten van de beesten waren met een touwtje aan elkander gebonden . De get . heef t die eenden laten plukken en heeft ze opgegeten , doch hij moet er niets meer van hebben , er deugt niets van .
President . „ Zijn er dan grauwe , tamme eenden ?" Get . „ Ja , er zijn grauwe tamme en wilde eenden , en ik heb ze ook aangezien voor wilde . Schipper moet nu ook de veeren zien en herkent die , als te hebben behoord aan de eenden , welke hem gebracht zjjn .
President . „ Bracht bekl . u wol eens meer een - den te huis ?"
Get . „ Nog nooit heeft hij mij iets te huis gebracht ."
President . „ Maar , toen hij u die eenden bracht , wat zeidet gij toen wel ?" Get . „ Niks , mijnheer !"
President . „ Dat is toch raar , als zoo'n man bij zijn patroon aankomt met eendjes , dan zal die toch al licht geneigd zijn te vragen , hoe kom je er aan ?"
Get . „ Toch heb ik niks gevraagd ." President . „ Nu , dan zou ik u toch raden , om als zij weer met dergelijke presentjes bij u komen , te vragen , hoe komt gij er aan , want gij zoudt daarmee in groote ongenaamheden kunnen komen ." Bekl . tot den president . „ Ziet u het te sussen - deeren , mijnheer , ik heb het geld er voor in mijn zak , ik wil niet , dat Bakker schade heeft ."
President . „ Dat kan niet , wij zitten hier niet , om zaakjes te sussen ."
Vrouw L . Holslag , huisvrouw van Wander , treedt als get . op . Zij verklaart , dat zij op 25 Juni 6 jonge eendjes heeft geplukt .
President . „ Hadden zij geen gele pootjes ?" Get . „ Ja , de twee grootste ." President . „ Willen gele pootjes niet zeggen , het zijn tamme eenden ." Get . „ Dat weet ik niet ."
President . „ Nu , dan zijn de veeren toch door de politie bij je in beslag genomen ?" Get . erkent dit .
I . Damen , veldwachter te Spijkenisse , verklaart , dat hij Vrijdag 26 Juni de veeren in beslag heeft genomen bij L . Holslag , doch dat hij overigens van den diefstal niet afweet .
Rechter . „ Hebt gij wel eens meer gehoord , dat die man zich aan diefstal schuldig maakte ?"
u is niets bekend ten nadeele
Get . „ Nooit ."
Rechter . „ Dus van dien man ?"
Get . „ Niets ."
gij di © eenden van hebben zien zwemmen-
Rechter . „ Maar dan zult ook wel in de sloot
Get . „ Ja , voorzeker ."
Rechter . Bij gevolg moet bekl . ze ook wel hebben zien zwemmen ."
Get . „ Dat is zoo ."
De Officier van Justitie is er ook van overtuigd , dat bekl . de eenden moet hebben zien zwemmen . ZEd . achtb . kwalificeert het feit diefstal en eischt f 5.00 boete , subsidiair 5 dagen hechtenis .
Zoodra bekl . hoorde , dat hij boete moest betalen , wilde hij al dadelijk het geld uit zijn zak halen , om het te voldoen . De president beduidde nu den man , dat hij wel gewaarschuwd zou worden , als hij betalen moest .