(Levens)Verhalen

» Allemaal zien     «Vorige «1 ... 30 31 32 33 34 35 36 37 38 ... 42» Volgende»     » Dia voorstelling

Levensverhaal van Nathan Pienas Levie.

Nathan was de drijvende kracht achter de Synagoge in Zuidland (Breedstraat)

Na het overlijden van zijn zuster Hester en zwager Izaak wordt nathan voogd over de kinderen en als hij nog maar kort is getrouwd met Sophia Hertogs nemen ze een van de kinderen, Nathan, bij zich in huis. Na hun huwelijk wonen Nathan en Sophia aan de Gooidijk 244 en op het Langeslop, totdat Nathan op 16 april 1885 van de erven jacob de Hoog koopt: een huis, schuur en verder getimmerte met erf in zijn volle lengte van de Breedstraat tot aan de Achterweg groot 3 are en 48 ca.
Verder koopt hij nog een schuur en een koeiestal. Op zijn land verbouwde hij bieten, aardappelen en koren.
In de voorkamer van dat grote huis werd in 1887 de synagoge ingericht. Nathan en zijn gezin woonden er achter. Waarschijnlijk vervulde hij de functie van Sjammes (koster). En toen jaren later nog maar weinig mannen waren overgebleven om een functie te vervullen was hij de enige die voorzitter was van het kerkbestuur en het schoolbestuur.

Aan de Molendijk stond een schuur die sinds 1894 eigendom was van Nathan Levie Wessels. In 1908 begon Nathan er een slachterij voor runderen en na de brand en wederopbouw van 1909 ging hij er met zijn gezin wonen. Het huis op de Breedstraat werd verhuurd, maar was nog jaren in gebruik als synagoge.
In 1910 bestond het bezit van nathan uit 50ha gepacht land, 5 paarden, 15 koeien, 15 ander vee en 15 jong vee, 20 schapen en 24 lammeren. Verder had hij in dat jaar 1 ha hooigraas bijgekocht.
In datzelfde jaar, toen Nathan Pinas zijn koeien uit een weiland naar de stal bracht (of andersom) nam hij de kortste weg en dat was langs de trambaan. Maar toen kwam hij de veldwachter tegen, met zijn opschrijfboekje. Weet de heer Levie niet dat er geen vee mag lopen langs de stoomtramspoorbaan? Maar dat was niet het enige. Nee, de veldwachter had het goed gezien, een van de ossen uit het gezelschap wist niet dat er langs de baan geen vee mocht grazen. Nathan kreeg twee bekeuringen en de veldwachter had een goede dag.
In het gezin van Nathan Pinas vonden regelmatig familieleden onderdak. Ook hebben verschillende joodse jongens als volontair bij hem het landbouwvak geleerd. Ze kwamen uit alle delen van het land naar Zuidland. Zo kwam in 1909 jacob Bing, 19 jaar uit Den haag. Een jaar later vertrok hij weer. Behalve die volontairs had Nathan ook een paar knechten, onder andere Jaap van Gijzen en Kees Hordijk. In 1913 kwam Jan Slings uit Noord Brabant. Hij bleef en heeft in 1917 de boerderij van de weduwe Levie overgenomen. Daarmee kwam een einde aan een bijzonder boerengeslacht in Zuidland.

Nathan die jarenlang suikerziekte had, overleed op 6 december 1916, 67 jaar oud. In het NIW van 15 december stond een verslag van zijn begrafenis:

"Woensdag 6 december trof onze kleine Joodsche gemeente een gevoelige slag door het overlijden van de heer Nathan Pinas Levie, jarenlang voorzitter dezer gemeente. Van hem kan gezegd worden dat hij steeds de vaan van het jodendom hoog hield, daar hij nadat het ledental der gemeente achteruit gegaan was, door vertrek naar elders, hij steeds zorg droeg er op de hooge feestdagen voldoende minjan aanwezig was. Dat de overledenealom bemind en geacht was, zowel bij geloofsgenooten als andersdenkenden, bleek voldoende uit de groote plechtige stoet, welke het stoffelijk overschot Vrijdag 13 Kislew naar zijn laatste rustplaats vergezelde. 
Op de begraafplaats aangekomen, schetste de heer M.P. Levie, broeder van den overledene alhier, in een korte schoone rede den braven levenswandel van den zoo dierbaren afgestorvene, terwijl hij de bloedverwanten een woord van troost toesprak, naar aanleiding van Exodus 22 vers 21. Daarna nam de heer Simon de Haas uit Rotterdam het woord, die duidelijk liet uitkomen hoe hij den overledene als braaf en edel mensch had leeren kennen en dat hier een persoon van oprechten Joodschen levenswandel aande schoot der aarde werd toevertrouwd.
Vervolgens namen de heeren A. Woudstra uit Rotterdam en M.E. Hartogs uit Amsterdam, pleegzoon van de overledene, het woord, welke lieten uitkomen hoezeer zij aan den overledenen gehecht waren, terwijl de laatste zeer aangedaan eenige gevoelvolle woorden van dank uitte aan den afgestorvene, voor de aan hem bestede zorgen. Als vertolker, de zoon van den overledene was daartoe te veel bewogen, dankte de heer P.J. Levie alhier, neef van den overledene, den aanwezigen voor de eer, zijne dierbaren afgestorven oom bewezen en schetste tot slot in korte trekken de innige en huiselijke samenleving van den overledene met diens echtgenoote en kinderen. Onder den diepsten indruk, een braven godsdienstigen man de laatste eer te hebben bewezen, verliet de schare den doodenakker."

een half jaar na het overlijden van nathan trouwde zijn jongste dochter Willemina met haar neef Pienas Jacob Levie, de oudste zoon van haar oom Meijer. Ze ginggen wonen op de Ring en moeder Sophia kwam bij hen in huis. De synagoge op de Breedstraat werd verkocht. Er was geen minjan meer.


Eigenaar/BronRiet de Leeuw van Weenen-van der Hoek
Verbonden metSophia Hartogs; Nathan Pinas Levie

» Allemaal zien     «Vorige «1 ... 30 31 32 33 34 35 36 37 38 ... 42» Volgende»     » Dia voorstelling